top of page

Paper & pens: blog met poetry

NIEUW

Bijna 16 weken zwanger. Dat zijn heel wat weken meer dan de vorige vier keren dat ik zwanger was. Ik hoopte dat de kaap van 12 weken een ommekeer zou zijn, dat de miskraamzorgen dan verdwenen zouden zijn. De irrationele angst dat ik plots zal opstaan met een platte buik bewijst echter het tegendeel: je blijft het toch wat met je meeslepen.


Ervaring leerde me namelijk dat teleurstelling diep in je vel kan snijden. Het eerste jaar begon ik elke maand vol hoop, ik werd blij van het minste teken dat iets goeds zou kùnnen betekenen en propte mijn hoofd vol positieve vibes. Ik donderde echter steeds - en steeds sneller - van die roze wolk. Na enkele miskramen voelde ik me belachelijk naïef. Hoe kon ik mezelf nu weer wijsmaken dat het deze keer anders zou zijn? Dus ik durfde haast niet meer hopen. En daar kreeg ik dan weer een immens schuldgevoel van. Want wat als er nu wél sprake was van een kindje, van wie ik het bestaan nu wil ontkennen uit zelfbescherming? Ik voelde me op voorhand al een vreselijke moeder.

Dit schreef ik anderhalf jaar geleden:


Sorry, als jij er bent om sorry tegen te zeggen.

Sorry dat ik, ondanks veel hoop, nog niet geloof in je bestaan.

Zie je, ik durf niet.

Ik ben het vertrouwen in mijn lichaam kwijt.

Het hield me al eerder voor de gek.


Sorry, als jij er bent om sorry tegen te zeggen.

Sorry dat ik niet durf dromen dat jij er bent.

Zie je, ik kan niet.

Ik kan niet nog een teleurstelling aan.

Sorry, als jij er bent om sorry tegen te zeggen.

Sorry dat ik nog niet sta te springen bij je mogelijkheid.

Zie je, ik wil niet.

Maar ik beloof dat dat wel komt.


Sorry, als jij er bent om sorry tegen te zeggen.

Sorry dat ik niet durf uitgaan van je aanwezigheid.

Zie je, ik wil zo graag.


Sorry. Ik hoop echt dat jij er bent om sorry tegen te zeggen.


Ondertussen weten we het zeker: je bent er.

Dus bij deze: sorry

en bedankt

en wij zien u graag,

al langer dan je er bent.



Wanneer je tut weer

op de grond belandt

en je je nagels

in mijn lippen plant


Wanneer je brabbelt

rond middernacht,

wanneer je krijst

met al je macht

Wanneer je ontwaakt

om kwart voor zes

en je boos bent

op je lege fles

Wanneer je eten

op de grond verdwijnt

en een kwijlspoor

op de mat verschijnt

Wanneer je het bloed

van onder m’n nagels haalt

en mijn troostpoging

keer op keer faalt

Ook dan

zie ik je

belachelijk graag.


♥️


Roep maar, gil maar, tier maar Laat geen enkel oor gespaard.


Dans maar, swing maar, draai maar tot iedereen je gek verklaart.


Ween maar, huil maar, jank maar tot alle tranen zijn gedroogd.


Stort maar in of ga maar door Doe allebei – ge moogt.


Stamp maar, sla maar, klop maar al je kussens vijgenplat.


Schop maar, trap maar, bonk maar en schreeuw erbij “KET GAT!”


Zaag maar, neut maar, klaag maar ’t is ongehoord gepermitteerd.


Vloek maar, scheld maar, raas maar uit tot niemand het nog accepteert.


Slaap maar, rust maar, sluit de ogen Morgen komt het vast wel goed.


En is die morgen er toch morgen niet: Doe dan nog dit: houd moed.

bottom of page